TwweeT en de kleine dingen

woensdag, juli 24, 2002

Lezen
Ik las altijd. En overal. Ik deed drie weken over tien boeken. Dan moest ik snel weer naar de bieb, op zoek naar nieuw leesvoer. Maar ik las ook de krant, de boeken van mijn zussen, de post van mijn ouders, tijdschriften, alles wat er in huis te vinden was. In de auto concentreerde ik me op de reclameborden langs de weg. Een boek lezen was strikt verboden tijdens lange ritten, te slecht voor de ogen, aldus mijn vader. Ik verslond de reclame- en verkeersborden. Verkiezingstijden waren hoogdagen. Het aantal te verteren letters tijdens de autotochtjes ging spectaculair de hoogte in.
Lezen in bed was ook verboden. Ik sliep immers samen met mijn zusje op één kamer. 's Nachts moest het licht uit. Daar vond ik wel iets op: het licht ging telkens weer aan. Daar vond mijn vader ook iets op. Het peertje ging er onverbiddelijk uit. Maar ik gaf me niet gewonnen. Ik smokkelde een zaklamp mee naar boven, en op zomeravonden zette ik mij tussen het raam en de gordijnen. Daar was licht genoeg. Maar of deze praktijken uiteindelijk beter waren voor mijn ogen dan lezen in de auto, betwijfel ik sterk.