TwweeT en de kleine dingen

vrijdag, augustus 23, 2002

Wind
Je kent haar goed, je kent haar tenslotte al je halve leven. Je weet dat je niet alles weet van haar. Ergens midden in haar ogen hangt een gordijn, een gordijn waar je niet door kan kijken. Voor het gordijn is er steeds licht, achter het gordijn zie je alleen schimmen bewegen. Je weet wel ongeveer welke woorden er bij welke schimmen passen. Maar je geeft de schimmen geen namen. Je durft niet. Je wil niet. Je kan niet en je mag niet.
Maar opeens steekt er een windje op in haar ogen. Het gordijn waait alle kanten op. De schimmen krijgen gezichten en namen. Dan wilde je dat het altijd windstil gebleven was.