TwweeT en de kleine dingen

dinsdag, september 24, 2002

Geuren
Het eerste dat je opvalt wanneer je de luchthaven van Casablanca binnengaat, is het grootse portret van Mohammed VI. Je zal het later nog honderden keren zien. Het tweede dat je opvalt wanneer je voor het eerst voet zet op Marokkaanse bodem, is de geur. Marokko ruikt, geurt, stinkt, bedwelmt.
We kwamen 's avonds laat aan. Het rook naar aarde, warme aarde en in de verte een tikkeltje zout. Het rook ontegensprekelijk naar Marokko. De volgende dag en weken vulden nog vele andere geuren onze neusgaten. Van de eeuwige muntthee, over de katten tot de stinkende leerlooierijen. 's Avonds ruikt het in de straten naar gebakken vlees, overal worden brochetten geserveerd. De geur van de harira ken je ook na twee dagen. De bakkerijen verspreiden zoete kaneelgeuren. Vele mensen stinken, zweet alom. In de hammam wordt dat er trouwens één keer per week urenlang afgeschrobd.
Buiten de steden, ruik je vooral aarde, droge aarde. Ook de schaarse cederbomen en de talrijkere dennenbomen verspreiden een eigen geur. In de palmoases daarentegen ruik je de vochtigheid, het overvloedige fruit en de ezelstront. Maar die vind je overal, de ezel is immers "de 4x4 berbère", zoals de babouchen de "adidas-berbère" zijn.
In de soeks van Fes achtervolgt geen enkele geur je langer dan drie stappen. Van vers en rottend fruit, over gepekeld kamelenvlees, heel veel pis, kaneel, couscouskruiden, vis, tapijten (die ook een eigen geur hebben), over stinkend leer, tot de vele verschillende etensgeuren. Ik sper mijn neusorgaan hier wijd open. En als de stank echt niet te harden is, is er telkens wel een munttakje bij de hand.