Sint-Maarten
Vandaag is het de tweede keer. De tweede keer dat ik overvallen werd. Vorige keer was de verrassing compleet, deze keer had ik beter moeten weten.
Hier wordt Sint-Maarten gevierd. Hier trekken de kinderen er vandaag zingend op uit in de hoop wat lekkers te versieren. Het is nu de tweede elfde november die ik hier, in deze stad meemaak. Vorig jaar wist ik van niets, staarde ik nieuwsgierig naar de kinderen en probeerde ik hun liedjes te verstaan. Ik had niets in huis, ik kon de kinderen niets bieden. Dat vond ik niet zoals het hoorde. Ik weet nog dat ik, toen ik ging zingen, op oudjaar dan, altijd heel boos was op de mensen die niet opendeden voor zingende kinderen. Ik veronderstelde toen dat iedereen dat wist, dat de kinderen in ons dorp en masse van deur tot deur trekken.
Maar, amper vijftien kilometer verder zijn de gebruiken en tradities anders, en is mijn onwetendheid groot. Een deel van mijn boosheid op die mensen van vroeger die hun deur niet openden voor ons, ben ik nu wel kwijt.
Maar vandaag liet ik mij weer vangen. Nu wist ik dat er kinderen op mijn stoep zouden staan, en weer had ik me niet bevoorraad. Ik schaam me diep.
Gelukkig had ik nog wat mandarijntjes.
Gelukkig ben ik weinig thuis vandaag, ik heb nog wat anders te vieren: een joepie-ik-ben-genezen-feestje en een joepie-ik-verjaar-feestje.
Vandaag is het de tweede keer. De tweede keer dat ik overvallen werd. Vorige keer was de verrassing compleet, deze keer had ik beter moeten weten.
Hier wordt Sint-Maarten gevierd. Hier trekken de kinderen er vandaag zingend op uit in de hoop wat lekkers te versieren. Het is nu de tweede elfde november die ik hier, in deze stad meemaak. Vorig jaar wist ik van niets, staarde ik nieuwsgierig naar de kinderen en probeerde ik hun liedjes te verstaan. Ik had niets in huis, ik kon de kinderen niets bieden. Dat vond ik niet zoals het hoorde. Ik weet nog dat ik, toen ik ging zingen, op oudjaar dan, altijd heel boos was op de mensen die niet opendeden voor zingende kinderen. Ik veronderstelde toen dat iedereen dat wist, dat de kinderen in ons dorp en masse van deur tot deur trekken.
Maar, amper vijftien kilometer verder zijn de gebruiken en tradities anders, en is mijn onwetendheid groot. Een deel van mijn boosheid op die mensen van vroeger die hun deur niet openden voor ons, ben ik nu wel kwijt.
Maar vandaag liet ik mij weer vangen. Nu wist ik dat er kinderen op mijn stoep zouden staan, en weer had ik me niet bevoorraad. Ik schaam me diep.
Gelukkig had ik nog wat mandarijntjes.
Gelukkig ben ik weinig thuis vandaag, ik heb nog wat anders te vieren: een joepie-ik-ben-genezen-feestje en een joepie-ik-verjaar-feestje.