TwweeT en de kleine dingen

vrijdag, januari 03, 2003

Bang
Ik ben niet snel bang. Ik ben niet bang voor spinnen en ook niet voor ratten - die vind ik alleen maar vies -, ik heb geen plein- of hoogtevrees en ook van claustrofobie heb ik geen last. Ik vind het niet erg om 's nachts alleen door de straten van een "gevaarlijke" stad te lopen, ik ben niet bang van een groepje "hangjongeren". Ik ben geen angsthaas.
Ik was ook geen bang kind. Maar ik was af en toe best wel bang. Wanneer ik mijn les niet genoeg had geleerd, wanneer ik iets mis deed. Ik was doodsbang vernederd te worden.
Er was nog één moment dat ik vreselijk bang was, elke keer opnieuw. Wanneer ik samen met mijn vader naar de bijen ging. Mijn vader had een paar bijenkasten. Die stonden in een bos, vlakbij een rivier. Voor de bijen was ik niet bang, ik bleef op een afstand. Maar de rit naar de bijen, maakte me erg bang. We moesten over het smalle paadje op de dijk naast de rivier naar de bijen toe. Aan het bos konden we de auto niet draaien, dus reed mijn vader achterwaarts op de dijk naar de bijen. Het weggetje kronkelde erg, links was het donkere water van de rivier, rechts, diep naar beneden waren de weilanden. Elke keer stond ik doodsangsten uit. Ik durfde niet te kijken, mijn hart klopte twee keer snel in mijn keel, ik zei niets. De driehonderd meter op de dijk leken uren te duren. Mijn vader concentreerde zich heel hard en reed elke keer weer probleemloos naar zijn bijen.