TwweeT en de kleine dingen

vrijdag, januari 31, 2003

Gast
Ik heb een wintergast bij me thuis. Aan het begin van de winter had ik meer gasten, maar die hebben de vrieskou niet overleefd. Ik weet niet of het de vrieskou was die hen de das heeft omgedaan. Ook het warme licht van mijn staande lamp – waar ik hun lijkjes vond – of het tekort aan voedsel – er waren altijd wel wat restjes te vinden, maar ik heb ze nooit een volledige maaltijd voorgezet – kunnen de oorzaak geweest zijn van hun dood.
Mijn laatste gast heeft mijn slaapkamer uitgekozen als verblijfplaats. Soms zie ik hem in de buurt van de lamp, vanmorgen had hij zich behaaglijk genesteld in het randje tussen het plafond en de muur. Mijn gast is niet erg groot, maar hij valt wel op, met zijn knalrood lijf en zijn zwarte spikkels.
Ik weet niet goed hoe ik een goede gastvrouw kan zijn voor mijn gast. Hem onverbiddelijk de deur uitzetten lijkt me geen goed idee. Ik laat hem maar wat. Wanneer de lente in het land is, zet ik alle ramen en deuren wagenwijd open, en dan kan hij zijn buitenleven weer opnemen. Want de bloemen en planten in het park lijken me toch iets leuker als biotoop dan mijn slaapkamerplafond. Alhoewel, er huizen geen vogels of andere rovers in mijn slaapkamer. (Maar is een lieveheersbeestje zelf geen rover?)