TwweeT en de kleine dingen

maandag, februari 24, 2003

Dijk
Het was avond en donker. We gingen met de fiets. Het was maar vier kilometer, zei hij. Geen probleem, dacht ik, we zijn er zo, en de koude, die voel ik alleen de eerste kilometer. We gingen dwars door de polder, zei hij, over de rode dijk. Ook geen probleem, dacht ik. Maar het was donker in de polder, vier kilometer lang. Slechts twee dansende witte lichtjes toonden ons de weg. Af en toe ving ik een glimp op van het water links en rechts van ons. Zo gerust voelde ik me niet. Ik had sneller willen rijden, maar daarvoor vertrouwde ik de lichtjes niet genoeg.
We passeerden het bosje dat de dijk zijn naam gaf. We stopten niet, daarvoor was het te koud. Maar we zouden in de zomer terugkomen. Als het warmer en lichter was.