TwweeT en de kleine dingen

vrijdag, februari 28, 2003

Naar aanleiding van gisteravond
"Ga je mee betogen, vanavond?" vroeg mijn vriend. Ik kon wel achter de eisen van de betoging staan en ooit moest de eerste keer zijn. Bovendien zou een studententijd in Leuven zonder één betoging een echte student onwaardig zijn, aldus mijn nonkel, de mei-68'er.
Met nog een aantal andere vrienden trokken we die avond naar de betoging. Van bij de start was het echter duidelijk dat dit geen gewone betoging was. Het was geen groep mensen die zich in beweging zet en langzaam door de straten van de stad loopt en in koor leuzen scandeert. Nee, het was een tegenbetoging. De eigenlijke betogers trokken geflankeerd door tientallen politiemensen door de stad. Wij lieten ons ongenoegen duidelijk blijken en zwermden om de betogers heen. De politiebarrière was nodig. We liepen met tientallen naar het volgende kruispunt waar de betogers zouden passeren en probeerden hen daar de weg te versperren. Het was fel, maar echte incidenten waren er niet. Mijn jas sneuvelde wel in de strijd, ontdekte ik achteraf: een aanval met een verfbom - rood op een zwarte jas - werd hem fataal.
Hoe verder we gingen, hoe sneller we liepen, des te feller werden de confrontaties met de betogers én met de politie. Ergens ontwaarden we een waterkanon. Daar hadden we geen zin in. We liepen één van de smalle Leuvense straatjes in, in de hoop in rustiger vaarwater terecht gekomen te zijn. Maar dat was mis. We kwamen terecht net voor enkele politiepaarden die de straat in stormden. We konden geen kant meer uit, alleen vooruit lopen. En dat deden we. Ik had schrik, nooit had ik beseft welke dreiging er uit ging van oprukkende paarden. Sindsdien blijf ik ver van paarden, en geven politiepaarden in een winkelstraat me absoluut geen veilig gevoel, integendeel. Ik liep en liep maar hoorde de paarden toch steeds dichterbij komen. Hun hoeven tikten gevaarlijk op het asfalt. We liepen een steegje in, de paarden gallopeerden ons voorbij.
Tot zover mijn eerste betogingservaring. (Later ging ik betogen, niet tegenbetogen, dat beviel me beter.)