TwweeT en de kleine dingen

vrijdag, maart 14, 2003

Sarah (vervolg)
En toen was Wim daar. Zomaar, op een avond stond hij voor haar deur. Sarah schrok, ze kreeg nooit bezoek, ze had zelfs geen naamkaartje aan haar deurbel. En toch had hij haar gevonden. Hij was naar haar ouders geweest, zei hij, hij had hen gevraagd waar ze nu woonde.
Ze kende Wim al lang. In de lagere school zaten ze samen in de klas. Hij woonde bij haar in het dorp. Maar vrienden waren ze nooit geweest, voor haar was Wim één van de decorstukken uit haar oude dorp. Hij hoorde erbij, hij was er altijd geweest, maar eigenlijk kende ze hem niet.
“Maar waarom ben je hier?” vroeg Sarah.
“Ik wilde je spreken, ik moest je zien,” antwoordde Wim.
Sarah vond het vreemd, maar besloot hem toch binnen te laten. Wim installeerde zich comfortabel in haar enige zetel. Zij schoof een keukenstoel dichterbij. Ze ging op het puntje van haar stoel zitten. Ze had hem best wat te drinken willen aanbieden, maar kraantjeswater en melk was het enige dat ze in huis had. Dat durfde ze niet voorstellen. Ze wiebelde heen en weer.
“Hoe gaat het met je?” vroeg Wim.
“Eh, goed.”
“Wat doe je nu? Waar werk je?”
“Op de bank.”
“En wat doe je daar? Vind je het een beetje leuk?”
“Het gaat wel.”
“En hoe bevalt het alleen wonen je? Krijg je het een beetje voor elkaar? Ben je niet te eenzaam?”
Sarah voelde zich erg ongemakkelijk. Zoveel woorden had Wim nog nooit tegen haar gesproken op één avond.
“Wim, ik wil niet onbeleefd zijn, maar waarom stel je me zoveel vragen? En waarom heb je me opgezocht?”
“Ik zei je toch al dat ik je wilde zien.”