TwweeT en de kleine dingen

vrijdag, juni 06, 2003

Vervoer
De bus was bijna helemaal vol. Alleen vooraan waren nog enkele stoelen vrij. Achteraan zaten een heleboel zwarte mannen, het leek wel het nationale voetbalelftal van Togo. Vooraan zat gewoner volk: Marokkaanse mannen en vrouwen en twee kleine kindjes. We installeerden ons, en zorgden ervoor dat de fles water niet te ver uit de buurt was. Het beloofde immers een lange, warme trip te worden, van Essaouira naar Cassablanca.
Na een tweetal uurtjes hielden we halt in een gat met enkele kraampjes. We werden verondersteld een brochette te eten. Daar hadden we geen zin in. Het werd een yoghurtje en een bezoek aan het toilet. We hadden nog ruim de tijd, dus installeerden we ons op een terrasje. We keken naar de heksenketel om ons heen: schreeuwende verkopers, vermoeide reizigers, en de eeuwige “hangmannen”.
Langzaam begon het ons te dagen. Niet alle passagiers waren uitgestapt, de voetbalploeg zat nog op de bus. Buiten stonden enkele militairen, die zaten net voor de voetbalploeg op de bus, realiseerden we ons nu. We hadden de link niet gelegd.
Twee aan twee kwamen de voetballers uit de bus. Ze werden naar de toiletten geëscorteerd. Nu pas zagen we dat ze wel twee aan twee naar het toilet moesten, ze waren geboeid. De rechterpols de ene was vastgemaakt aan de linkerpols van de andere.
Met stijgende verbazing volgden we de militairen en de voetballers, die helemaal geen voetballers waren. Gevangenenvervoer stond hier gelijk met openbaar vervoer.
Toen we weer op de bus zaten, en ook de militairen eindelijk gearriveerd waren, – zij hadden zich de brochetten wel laten smaken – kregen de voetballers drie flessen water. Daarmee moesten ze het doen, drie flessen voor twintig voetballers, op een warme Marokkaanse septemberdag.