TwweeT en de kleine dingen

woensdag, augustus 13, 2003

Kans
Vriend B. had een knap meisje gezien, vertelde hij.
“Beschrijf ze dan eens?”
“Een flinke boerendochter,” zei hij. Ze reed in een tractor met een kar aardappelen. Voor haar uit reed haar vader, in een andere tractor, ook met een kar aardappelen. B. besloot dat haar vader een rijke boer moest zijn: een goede oogst en twee mooie tractoren. De vader had vast heel wat land en een mooie boerderie. Boerderie, zo noemde B. het.
Hij ging eens uitzoeken waar die tractor met dat boerenmeisje naartoe reed.
Hij rook zijn kans.