TwweeT en de kleine dingen

dinsdag, oktober 28, 2003

Etentje
“Wil je nog een glas wijn?”
Ja, dat wilde ik wel.
We aten olijven, namen muizenhapjes van een pikant lamsstoofpotje en blusten de hitte in mond en keel met Poolse rijst. Als toetje waren er pannenkoeken met gebakken appeltjes.
We praatten, deden elkaar verslag van de afgelopen week. We hadden het voorzichtig over de toekomst. De toekomst wankelt. De mijne, niet de hare.
Zij gaat haar toekomst verankeren, rotsvast maken, vertelde ze me.
Ik schrok een beetje, ik had het niet verwacht. Voor mij was zij de uitgelezen bondgenoot in de wankele toekomst.
Ik wenste haar proficiat, ik was echt blij voor haar. Ze was gelukkig, dat wist ik wel. Ik gunde het haar.
“Heb je kaneel in huis?” Ik wilde een beetje kaneel op mijn appeltjes. Zij niet, nergens voor nodig. Tot de geur uit het glazen potje haar neus bereikte. Ze strooide het bruine poeder over haar appeltjes. Ze proefde.
“De kaneel maakt het af, echt perfect zo.”