Kennismaking
"Het is nu of nooit," zei hij, toen ik amper twee stappen over de drempel had gezet. Meteen duwde hij een bundeltje in mijn armen. Ik kreeg net tijd genoeg om mijn tas op de grond te zetten. Maar mijn jas en sjaal hield ik noodgedwongen aan.
"Zometeen slaapt hij, en dan kan je hem niet meer vastnemen."
Ik maakte in stilte kennis met het kleine ventje op mijn arm. Donkere ogen, donkere haartjes, beweeglijke vingertjes, een klein neusje en bolle wangetjes. Hij toverde een forse frons op zijn voorhoofd.
Samen wandelden we naar de zetel. Ik bleef kijken, en duwde zijn tut zachtjes in zijn mond. Hij wilde niet, maar eigenlijk toch ook wel. Hij keek, of ik beeldde me in dat hij keek. Hij draaide langzaam met zijn armpjes. Opnieuw die forse frons boven zijn oogjes.
Ik zocht voor hem het zachtste plekje in mijn armen. Mijn Michiel-plekje.
"Het is nu of nooit," zei hij, toen ik amper twee stappen over de drempel had gezet. Meteen duwde hij een bundeltje in mijn armen. Ik kreeg net tijd genoeg om mijn tas op de grond te zetten. Maar mijn jas en sjaal hield ik noodgedwongen aan.
"Zometeen slaapt hij, en dan kan je hem niet meer vastnemen."
Ik maakte in stilte kennis met het kleine ventje op mijn arm. Donkere ogen, donkere haartjes, beweeglijke vingertjes, een klein neusje en bolle wangetjes. Hij toverde een forse frons op zijn voorhoofd.
Samen wandelden we naar de zetel. Ik bleef kijken, en duwde zijn tut zachtjes in zijn mond. Hij wilde niet, maar eigenlijk toch ook wel. Hij keek, of ik beeldde me in dat hij keek. Hij draaide langzaam met zijn armpjes. Opnieuw die forse frons boven zijn oogjes.
Ik zocht voor hem het zachtste plekje in mijn armen. Mijn Michiel-plekje.