TwweeT en de kleine dingen

maandag, december 29, 2003

Stem
Hij zat achter me, de liefste stem die ik ooit hoorde. Hij klonk zacht, belangstellend, krachtig, met de juiste intonatie en het juiste accent. De stem sprak in een mobieltje over het wonderbaarlijke aan een treinreis. Hij bekeek zijn land met andere ogen, zei hij. Hij vertelde dat hij er vanavond om acht uur zou zijn en dat hij moe was, van de spanning had hij erg slecht geslapen. Maar de stem luisterde ook goed. Hij vroeg hoe het met haar was, hoe haar dag begonnen was.
Het was een stem om verliefd op te worden. Onmiddellijk, meteen, nu.
Ik hield me in en keek niet achterom. Ik fantaseerde liever. Over zachte handen en lieve ogen. Over krullend haar en een lach op zijn gezicht.
Toen de trein was waar ik moest wezen, pakte ik mijn spullen en keek naar de man op de stoel achter me. Ik zag een man die achterover gezakt lag te slapen. Zijn mond stond een beetje open, hij had een onderkin en een zware stoppelbaard. Ik zag oordopjes en ooglapjes. Slierten haar plakten aan zijn hoofd. Ik wendde me af en stapte uit.