TwweeT en de kleine dingen

woensdag, januari 14, 2004

Hand
Eline weet niet hoe het komt, maar het gaat niet meer. Ze kijkt graag naar hem, ze drinkt van zijn verhalen, haar hart is vol van hem. Maar ze kan haar handen er niet meer toe zetten hem aan te raken, laat staan strelen.
Ze weet het nog. Vroeger zaten ze soms uren dicht tegen elkaar aan op de bank. Soms zonder iets te zeggen, soms zonder iets te doen. Maar Eline’s handen, die leidden hun eigen leven. Ze krioelden over zijn lijf, van zijn tepels naar zijn buik, van zijn schouders, over zijn rug naar zijn bibs. Zij deed er niets aan, haar handen gingen hun weg. En het was de goede weg, voor hem en voor haar.
“Je handen betoveren me helemaal,” zei hij soms.
Haar handen waren betoverd, vond Eline.
Maar nu is het voorbij, de betovering is verbroken. De handen willen en kunnen niet meer.
Het is alsof er een vloek op ze rust, nu.
Het doet haar onnoemelijk veel pijn. Ze weet niet hoe het nu verder moet met haar, met hem, met hen beiden.