TwweeT en de kleine dingen

woensdag, februari 18, 2004

Nacht
Het was helemaal donker buiten. Gek, dacht ik. Maar ik wist de weg. Ik stapte flink door, over de binnenplaats, naar de poort die me nog scheidde van de straat. Aan de poort was het ook donker, geen schijntje straatverlichting vond zijn weg naar de binnenplaats. De poort zat dicht.
Ik tastte naar het slot, trachtte hengsels open te maken, maar het was vergeefse moeite. Zien wat ik deed, kon ik niet, af en toe stootten mijn vingers op puntige uitsteeksels. Steeds sneller zochten mijn handen een uitweg, ik raakte stilaan in paniek. Tientallen gedachten schoten door mijn hoofd, maar kwamen telkens uit bij die ene: ik ga mijn trein missen, ik raak niet thuis vanavond. Mijn ademhaling versnelde, ik hoorde mijn hart tekeer gaan in mijn keel.
Ik gaf het op en maakte me los van de poort. Snel holde ik over de binnenplaats, op zoek naar een andere uitgang. Opnieuw ging ik het gebouw in, probeerde talloze deuren en sloten, maar geen enkele gaf mee.
Ik wist dat ik het beter opgaf: die laatste trein was vertrokken. Mijn bed zou ik niet zien die nacht. Het was maar de vraag of ik een bed zou zien. Ik ging opnieuw het gebouw in en wachtte op de anderen.