TwweeT en de kleine dingen

woensdag, februari 04, 2004

Verboden vrucht
“Zorg dat ze je niet overvallen onderweg hé!” riep hij me nog na.
Heel de wereld moest me negeren op mijn weg, geen vinger mochten ze naar me uitsteken, geen blik mochten ze me toewerpen.
Ik voelde me schuldig, blij en ook een beetje ondeugend. Ik deed iets wat niet mocht, en toch mocht het wel, voor deze ene keer. Ik keek om me heen, maar lette vooral goed op wat ik deed. Mensen zaten op bankjes en luisterden naar muziek, mensen haastten zich verder naar hun volgende afspraak. En mensen keken wel naar me. Niet boos, niet ongerust, hoogstens een tikkeltje verwonderd.
Wanneer mensen hun blik lieten rusten op het object in mijn armen, zag ik licht gefronste wenkbrauwen.
Het is een boek, een doodgewoon boek, vertelde ik hen in gedachten.
Een dik boek, wel duizend bladzijden.
Een oud boek, wel honderdvijftig jaar oud.
Gewoon, het Staatsblad uit 1851.