TwweeT en de kleine dingen

maandag, maart 29, 2004

Speelgoed
De bonobo’s waagden zich nog niet zo ver op hun eiland. Ze hadden de winter nog niet helemaal van zich af geschud. Een oude papa ging aan de oever zitten, hij deed aan ‘mensjes kijken.’ Hij lachte ons een beetje uit, wij, domme dierentuinbezoekers. Een mama testte het gras uit, maar bleef dicht bij het hok. Een jong wilde weten of het speeltuig nog zo heerlijk speelde als afgelopen zomer. Het viel tegen. Het hout voelde koud aan en de lianen slingerden minder vervaarlijk dan zijn winterse dromen over de zomer hem hadden doen geloven.



Een meisje naast me had gezien hoe het imposante speeltuig niet echt in de smaak viel. Dat begreep ze niet. Een glijbaan, een klimrek, touwen, dat had zij niet in haar achtertuin.
“Kijk, die apen hebben zo’n mooi klimrek,” zei ze tegen me.
Ik knikte.
“En ik kan daar niet op spelen, dat vind ik niet eerlijk.”
Ik lachte stilletjes, maar zij was doodserieus.
“Ik wil niet dat die stomme apen daarop spelen. Ik wil daar op spelen.”
Ze stampvoette en deed haar beklag ook bij haar moeder.
Dat er een eindje verderop een speeltuin was veel groter dan alle speeltuigen op het apeneiland samen, voor haar alleen, dat was ze even vergeten.