TwweeT en de kleine dingen

dinsdag, mei 04, 2004

Veter
Ik ga iets bekennen.
Ik kan geen veters knopen.
Ja, een knoop en een strik, dat lukt, maar dat is niet genoeg.
Op een mooie dag, een tijdje geleden, waren mijn zus – vier jaar jonger, een kind nog – samen aan het wandelen. We praatten over koetjes en kalfjes, stonden af en toe stil voor een etalage en wezen elkaar mooie dingen aan. “Kijk, Nele,” zei ze, “dat zou wel mooi zijn bij mij denk ik.” Toen ik niet onmiddellijk antwoordde, draaide ze zich naar mij om. Ik was er niet. Ik was mijn veter opnieuw aan het knopen. Knoop, strik, in orde. Pas daarna keek ik. “Ja, mooi, moet je passen.”
Toen er gepast was, wandelden we verder. We namen tien passen, rechts links rechts. Ik bukte. Opnieuw was mijn veter los.
“Nele, kan jij je veters niet knopen ofzo?” Mijn kleine zus was verontwaardigd.
“Jawel, maar hij komt steeds los.”
“Dan moet je er een dubbele strik in leggen hé.”
“Zo.”
Ze bukte zich en knoopte mijn veter. Ze deed heel ingewikkelde dingen met veters, lussen, knopen en strikken. Hoewel ik nu hoog boven haar uit troonde, voelde ik me erg klein worden.
“Heb jij dat echt nooit geleerd?”
“Nee.” Ik voelde me op mijn plaats gezet.
Ik dacht: toen ik dat had moeten leren had onze gemeenschappelijke moeder het vast te druk met jou.
Ik zei het niet. Het was vast ook niet waar.