Roos
Langzaam kleurde de lucht donkerblauw. Onder de bomen leek het al nacht, maar in de rozentuin leek er nooit een einde te komen aan de dag.
Fietsers wierpen een haastige blik op de kleurenpracht, een groepje jongeren jongleerde met kegels en ballen. Verborgen in het groen was een meisje alleen met haar gedachten.
Een waterhoen zat op haar nest. Vier jongen, net uit het ei. Een reiger vloog weg.
Ik telde mijn stappen, stapte de nacht in en kwam in de dag terecht. Oneindig veel rozen. Elke bloem apart, honderden kleurschakeringen, tientallen fijne parfums. Ik stak mijn neus diep in een rozerode roos en droogde mijn tranen.
Langzaam kleurde de lucht donkerblauw. Onder de bomen leek het al nacht, maar in de rozentuin leek er nooit een einde te komen aan de dag.
Fietsers wierpen een haastige blik op de kleurenpracht, een groepje jongeren jongleerde met kegels en ballen. Verborgen in het groen was een meisje alleen met haar gedachten.
Een waterhoen zat op haar nest. Vier jongen, net uit het ei. Een reiger vloog weg.
Ik telde mijn stappen, stapte de nacht in en kwam in de dag terecht. Oneindig veel rozen. Elke bloem apart, honderden kleurschakeringen, tientallen fijne parfums. Ik stak mijn neus diep in een rozerode roos en droogde mijn tranen.