TwweeT en de kleine dingen

maandag, juni 21, 2004

Schoon
Zeggen dat het huis schoon was, zou een understatement zijn.
Het was er opgeruimd, netjes, brandschoon. Smetteloze vloeren, ramen en kasten, geen verdwaalde brieven op de tafel, nergens overbodige prullaria. De muren leeg, op één blinkend, modern schilderij van New York na. Geen foto’s. Het leek alsof er niet geleefd werd in huis.
Ik durfde er ook niet te leven. Bang teveel plaats in te nemen, bang om ook maar één korreltje zand achter te laten op het tapijt, op de vloer. Bang aanwezig te zijn.
Voorzichtig ging ik zitten. Knieën en voeten zedig naast elkaar. Mijn oog viel op het tapijt: de franjes leken wel gekamd, geen enkel exemplaar week af van zijn soortgenoten, allemaal lagen ze mooi in het verlengde van het tapijt. Toen ik opstond stapte ik over de franjes, ik wilde op geen enkele manier chaos brengen in de orde. Maar ik had het gevoel dat ik dat al deed, gewoon door er te zijn.
Met mijn gedachten bij de franjes en het gebrek daaraan in de rest van de kamer, luisterde ik naar de man. Ik noteerde wat ik moest noteren, vroeg wat ik moest vragen en vertrok wanneer ik kon vertrekken.