TwweeT en de kleine dingen

dinsdag, augustus 24, 2004

Ridders
Vier buurjongens houden een riddertoernooi. Gewapend met een houten zwaard trekken ze ten strijde. Twee aan twee vechten ze om leven en dood. Ze zijn aan elkaar gewaagd. Ze geven geen duimbreed toe. ‘Oeh,’ en ‘aah’ en ‘yesss,’ klinkt het. Eén jongen wordt recht in zijn hart getroffen. Hij stort ter aarde. Met een blote rug ligt hij op de koude straattegels. Dat is niets, hij is immers een stoere ridder, en bovendien is hij dood nu. De overwinnaar houdt het punt van zijn zwaard op de keel van de dode gedrukt. Hij roept de andere ridders erbij. Zij staken hun gevecht onmiddellijk. "Jullie bewaken de dode!" roept de winnaar. Zelf bestijgt hij zijn paard en galloppeert met wapperende manen weg van de plek waar hij overwon. De dode ziet zijn kans schoon en muist ervan onder. Hij verschalkt zijn bewakers en loopt weg. "Hé, jij kan helemaal niet weglopen, jij bent dood!" Op kousenvoeten komt de dode terug en gaat opnieuw liggen. Dan anderen snijden zijn keel over. "Zo, nu ben je écht dood." Ze nemen hun paard bij de teugels en maken zich uit de voeten. Op het slagveld ligt één dood lichaam, de benen gespreid, de armen wijd open.