Gedichtendag (2)
Volle maan
Ik sta tussen de bomen bij het kippenhok
en kijk. Niets is mooier dan de maan
achter kale takken
Binnen in het lichte huis, vraag ik
'Gaan we even rijden?' en vader glimlacht
bijna trots. Hij snapt zoiets
wat beter dan mijn moeder
en rijdt het stille dorp uit
een onverlichte landweg op, zomaar
de zwarte berm in. We praten niet, we kijken
naar de lage mist, betoverd wit
over de velden, boerderijen hier en daar
zeker en stil als grote dieren.
Een slootje zilverglanst tot heel ver weg
'Was het mooi?' vraagt moeder later
en vader zegt: 'Ja, het was mooi.' Ik zeg
niets - wil wat ik zag niet delen
Kees Spiering, Jachtveld, 1992
Volle maan
Ik sta tussen de bomen bij het kippenhok
en kijk. Niets is mooier dan de maan
achter kale takken
Binnen in het lichte huis, vraag ik
'Gaan we even rijden?' en vader glimlacht
bijna trots. Hij snapt zoiets
wat beter dan mijn moeder
en rijdt het stille dorp uit
een onverlichte landweg op, zomaar
de zwarte berm in. We praten niet, we kijken
naar de lage mist, betoverd wit
over de velden, boerderijen hier en daar
zeker en stil als grote dieren.
Een slootje zilverglanst tot heel ver weg
'Was het mooi?' vraagt moeder later
en vader zegt: 'Ja, het was mooi.' Ik zeg
niets - wil wat ik zag niet delen
Kees Spiering, Jachtveld, 1992