TwweeT en de kleine dingen

dinsdag, maart 29, 2005

Trauma
Ik had geen goede relatie met mijn vroegere bovenburen. Dat wist ik niet, daar kwam ik pas laat achter. Toen de bom barstte, kon ik niets anders dan er met mijn mond vol tanden naar staren. Want ik was me maandenlang van geen kwaad bewust.
Op een zaterdagavond had ik bezoek: zeven nichtjes over de vloer. In totaal acht nichtjes in huis. Inderdaad, dat was iets te veel van het goede: giechelen, babbelen, kletsen, stoelen verschuiven. Kortom, lawaai. Maar het was maar voor een keertje.
Een keertje teveel, volgens mijn bovenbuurman. Er volgde een woede-uitbarsting waar ik nu nog nachtmerries van krijg. Roepen, tieren, stampen, maar gelukkig raakte hij me niet aan. Er werden heel veel verwijten naar mijn hoofd geslingerd. Dat je op zo’n klein appartementje toch geen volk kon ontvangen… (zij deden dat in ieder geval niet) Dat ik de deuren niet zo vaak open en dicht moest doen… (mijn deuren, in mijn appartement!) Dat ik bij een wandelclub moest gaan, ik legde vast heel wat kilometers af op een avond.
Ik was verbouwereerd. Zo van mijn stuk door de beschuldigingen dat ik helemaal niets terug kon zeggen. Het waren mijn bovenburen nota bene, van mijn onderbuurman had ik nooit klachten gekregen. Toen ik hem ernaar vroeg, wuifde hij alles weg: ik maakte amper lawaai.
Maar ik zat ermee in mijn maag. Muisstil sloop ik door mijn eigen huis. Zal ik de deuren maar openlaten? Kan ik die en die wel langs laten komen? En vooral: wandelde ik echt zoveel in huis?
Pas nu mijn bovenburen al meer dan een jaar verhuisd zijn, kan ik die laatste vraag beantwoorden. Soms wandel ik veel, soms weinig. Vier dagen droeg ik een stappenteller om dat uit te vissen. Zaterdag zette ik maar liefst 9000 stappen – weliswaar niet allemaal binnenshuis – zondag waren het er maar 2500. Een gemiddeld stapper, dat ben ik. En nu ik die wetenschap heb, mag die stappenteller worden opgeborgen. Opnieuw een bovenburentrauma minder.