TwweeT en de kleine dingen

maandag, april 18, 2005

Ontmoeting
Er zat meer volk dan gewoonlijk in mijn trein. Omdat de rechtstreekse trein veel vertraging had, kozen vele reizigers voor de stoptrein. Hoewel de kans klein was dat er nog vrije zitplaatsen waren, bleef ik niet in het halletje staan. Vlakbij was er nog een plaatsje aan het raam. Ik wurmde me tussen twee pendelaars – een student op latere leeftijd en een dametje – en las mijn krantje.
Pas toen we al een stationnetje gepasseerd waren, keek ik op. En naar links. Plots herkende ik het chique dametje. We hadden nog samen op school gezeten. Ze keek me aan.
"Ik had je niet gezien," stamelde ik.
"Ik was aan het denken over je naam, was het Leen of Nele?"
"Nele."
"Ja, het is al erg lang geleden dat we elkaar nog zagen."
"Negen jaar, denk ik. We zijn afgestudeerd in 1996."
Het gesprek kabbelde ongemakkelijk verder. Wat doe je nu? Waar werk je nu? Getrouwd? Kinderen?
Ondertussen bestudeerde ik haar grondig. Er was iets veranderd in haar gezicht. Haar zware, donkere wenkbrauwen waren weg. In de plaats had ze nu twee fijne lijntjes. En veel stoppels. Goed zichtbaar van een korte afstand. Het maakte haar niet echt mooier.
"Ik werk op het kabinet van minister blabla."
"Oh, en met welke materie ben je bezig dan?"
"blabla."
Het maakte me wel nieuwsgierig.
"Hoe ben je daar terechtgekomen?"
"De minister heeft me gevraagd. Via mijn vader. Die kennen elkaar en ik ontmoette de minister al eens. Hij zei tegen mijn vader dat ik in de smaak was gevallen."
"Aha."
"Ik doe het heel graag, ik vind het al spijtig dat het over enkele jaren afgelopen zal zijn."
"Aha," zei ik. En zweeg.
Daarna kwamen de gemeenschappelijke kennissen uit lang vervlogen tijd aan bod. Ik had moeite me namen te herinneren en gezichten te plakken op de namen die ze noemde.
Ze had het over trouwpartijen die op het laatste moment afgeblazen waren, over kinderen en over te bouwen huizen.
Voor mij was het allemaal voltooid verleden tijd.
Ik was waar ik moest wezen, zei "tot een volgende keer" en stapte uit.