Trein
Ik zat op het perron van een doorsnee Nederlands station, te wachten op een trein. Die zou nog minstens vijf minuten op zich laten wachten. Uit het niets klonk plots een luid, klaaglijk geluid. Een stoomtrein, dacht ik. En meteen daarna: nee, dat kan niet, dat is een anachronisme. Maar er naderde een trein, onmiskenbaar. Net als de andere wachtenden keek ik vreemd op wanneer er ook daadwerkelijk een stoomtrein voorbij reed. Enkele jongens staken hun handen uit het raam en zwaaien. Nog een keer produceert de trein een klaaglijk geloei. Net alsof er doodleuk een olifant staat te grazen tussen de Hollandse schapen.
Ik zat op het perron van een doorsnee Nederlands station, te wachten op een trein. Die zou nog minstens vijf minuten op zich laten wachten. Uit het niets klonk plots een luid, klaaglijk geluid. Een stoomtrein, dacht ik. En meteen daarna: nee, dat kan niet, dat is een anachronisme. Maar er naderde een trein, onmiskenbaar. Net als de andere wachtenden keek ik vreemd op wanneer er ook daadwerkelijk een stoomtrein voorbij reed. Enkele jongens staken hun handen uit het raam en zwaaien. Nog een keer produceert de trein een klaaglijk geloei. Net alsof er doodleuk een olifant staat te grazen tussen de Hollandse schapen.