TwweeT en de kleine dingen

zondag, december 04, 2005

Bang
- Ik moet je iets bekennen. Iets dat moed vergt.
- Wat dan? Iets in verband met je vriend? Met je huis? Met je familie? Met je werk?
- Neenee, je zoekt in de verkeerde richting.
- Wat dan?
- Er zitten muizen in mijn kast.
- Waar? Welke kast?
- Buiten. Op het terras.
- Ooh, dat valt mee.
- Dat valt mee? Dat vind ik niet hoor. Die moeten verdwijnen, maar ik weet niet hoe.
- Dat is toch niet moeilijk? Je verwijdert hun nest. Of je zet een val.
- Neenee, ik wil geen lijken. Ze moeten verdwijnen, ik wil niet weten hoe. En ik wil ze niet zien, niet dood en niet levend.
- (fronst het voorhoofd) Ben je bang van muizen?
- Nee, niet echt, maar ik hoef ze niet in mijn kast.
- Je klinkt echt alsof je bang bent van muizen. Waar zitten ze precies?
- Ik vermoed in zo'n plastic schildersbak. Daar heb ik eens een plasic zak horen kraken.
- Wel, dan zet je die bak gewoon buiten.
- Maar die muizen, die bewégen. Die gaan daar uitspringen en weglopen. En misschien hebben die kleintjes, wat moet ik daarmee?
- Jij bent écht bang van muizen.
- Euh, ja. Ik geef toe.