TwweeT en de kleine dingen

vrijdag, januari 06, 2006

Wachten (1)
Het is koud op het perron, maar ik vind het niet de moeite mijn handschoenen aan te trekken. De trein zal er immers over drie minuten al zijn.
Maar de trein komt niet. We turen in de verte, op zoek naar lichtjes die de komst van onze trein aankondigden. We ontdekken enkel lichtjes op weg naar andere perrons. Die werden ook duidelijk aangekondigd.
“Spoor tien. De trein naar Oudenaarde rijdt over enkele ogenblikken het station binnen.”
“Spoor twaalf. De trein naar Gent en Oostende met vertraging rijdt het station binnen.”
“Spoor acht. De trein naar Ath heeft een vertraging van vijf minuten.”
“Spoor negen opgelet. Spoorwijziging. De trein naar Charleroi zal vertrekken op spoor elf in de plaats van spoor tien. Zelfde perron.”
Onze trein is al ruim vijf minuten te laat. Geen lichtjes in de verte, geen nieuws van de omroeper. Het wordt steeds kouder. Ik voel hoe de kou onder mijn jas kruipt. Ik weet dat ik te laat zal komen op mijn afspraak. Geen trein in aantocht.
Snel bel ik naar de man waarmee ik heb afgesproken en vertel hem dat het iets later zou worden. “Geen probleem.”
“Spoor vijf. De trein naar Brussel-Zuid rijdt het station binnen.”
“Spoor veertien. De Brussels Airport Expres rijdt over enkele ogenblikken het station binnen.”
Over spoor zes geen woord. Over de trein naar Antwerpen geen woord. We stampvoeten een beetje. Het helpt niet. Ik trek mijn handschoenen aan. Het helpt ook niet. Het is koud.
Gespannen turen we in de verte. Op zoek naar lichtjes. En ja, er zijn lichtjes. Eindelijk. Maar de trein zoeft ons voorbij.
“Spoor vier. De trein naar Leuven heeft een vertraging van vijf minuten.”
“Spoor twaalf. De trein naar Kortrijk komt aan op spoor twaalf.”
Bijna een kwartier te laat al. En geen nieuws. Ik stop mijn handen in de zakken van mijn jas. Het helpt niet. Maar er zijn lichtjes, eindelijk. Langzaam komen ze dichterbij.
“Spoor zes. De trein richting Antwerpen heeft een vertraging van tien minuten.”
Eindelijk nieuws. Maar dit wisten we zelf ook al.
“Spoor zes. De trein richting Antwerpen komt aan spoor zes.”
Ondertussen drukken we op de knop en gaat de deur voor ons open.
Een warme, vochtige lucht overvalt ons.