TwweeT en de kleine dingen

zaterdag, december 30, 2006

Babysitmeisje
Voetje voor voetje stapte ze het water in. Haar gezicht was vertrokken. Gefascineerd sloeg ik haar gade terwijl ik mijn baantjes trok. Het duurde wel een volle minuut voor ze eindelijk zwom. Ik bleef kijken. Ze leek een beetje op mijn babysitmeisje van lang geleden. De oudste dochter van het gezin waar ik vaste babysit was. Haar haren, haar ogen. Maar haar mond niet. In mijn herinnering was ze een vrolijk meisje, met een lach gebeiteld op haar gezicht. Nu werkte ze haar baantjes af met een stuurs gezicht. Alsof het haar hele veel moeite kostte en ze het absoluut tegen haar zin deed. Het deed me twijfelen.
We kruisten elkaar, ik keek naar haar gezicht. Ze keek terug maar vertoonde geen spoor van herkenning. De twijfel groeide. Straks, nam ik me voor, als we uit het water moeten, dan spreek ik haar aan. Plots besefte ik dat ik het dan niet meer hoef te vragen. Mijn babysitmeisje had immers unieke tenen, herinnerde ik me. Als ik die zou kunnen zien, wist ik het zeker.
Opgelucht zwom ik verder. Ik bleef naar haar kijken als we elkaar kruisten. Maar er verscheen geen lach en ook geen teken van herkening. Ze was een zure, prille twintiger geworden. Als ze mijn babysitmeisje was tenminste.
Vijf minuten woor we uit het water zouden worden gestuurd, lachte ze. Ze was wie ik dacht dat ze was, geen twijfel mogelijk. Ze lachte naar mij. Het was alsof de zon doorbrak. Ze was wie ze ooit was en dat was maar goed ook.