TwweeT en de kleine dingen

donderdag, mei 22, 2008

Spits
Het is druk, maar ik vind nog een leeg plekje in de trein. Naast een jonge vrouw die verdiept is in een boek en tegenover een imposante man. Nieuwsgierig probeer ik te achterhalen welk boek de vrouw leest, maar het lukt niet. Ik lees enkele zinnen over linzen die worden gekookt, er gaat geen belletje rinkelen. Ik geef het op en haal mijn boek tevoorschijn. Het leven van Pi.
Nadat ik twee regels heb gelezen, knoopt de man tegenover ons een gesprek aan met de vrouw naast me. In het Engels vraagt hij waar de trein zal stoppen en wanneer hij eruit moet. “De tweede stop”, antwoordt ze. Hij vraagt waar zij moet zijn. Ze vertelt dat ze er op hetzelfde moment uit moet. Hij vraagt of ze een vrouwenboek aan het lezen is. Ze ontkent en laat het hem zien. Duizend schitterende zonnen, zie ik. Hij leest de titel en de auteur en concludeert dat het inderdaad geen vrouwenboek is. Hij knikt in mijn richting en vraagt of alle Belgische vrouwen lezen. Het geduld van mijn buurvrouw is op. Ze negeert hem. Ik ook.
Hij heeft door dat hij bot vangt en wendt zich tot mij. “Waar moet jij naartoe?” vraagt hij. “Daar waar jij moet zijn”, repliceer ik. Ik merk dat mijn buurvrouw doet alsof ze heel geconcentreerd leest. Ik begrijp haar en ben een tikkeltje jaloers. Hij geeft niet op en vraagt of ik Duits spreek. Ik ontken. Hij begrijpt het niet. “Nederlands is toch hetzelfde als Duits”, beweert hij. “Alleen het accent verschilt.” Ik zeg hem dat het toch ietsje anders is. Ook mijn geduld raakt op. Maar er is verlossing onderweg, ik merk dat de controleur dichterbij komt. De man heeft het ook gezien en buigt voorover, op zoek naar zijn treinkaartje. Een walm dranklucht bereikt ons.
“Die heeft veel pintjes te veel op”, fluistert mijn buurvrouw. “Gelukkig zijn we er bijna”, fluister ik terug.
We laten ons abonnement zien en de man toont het afgescheurde strookje van zijn ticketje. “Dat is niet genoeg”, laat de controleur hem weten. Op zijn dooie gemak speurt de man in zijn broekzakken, de zakken van zijn jasje en zijn hemd. Hij vindt tal van papieren, maar dat ene ontbreekt. “Dat is dan 16,40 euro”, zegt de controleur onverstoorbaar. De man doet alsof hij het niet hoort en zoekt verder. Mijn buurvrouw en ik lezen verder en volgen het spektakel vanuit onze ooghoeken. “Van Brussel tot Antwerpen kost u 16,40 euro”, herhaalt de controleur. De man werpt hem een minachtende blik toe en overhandigt hem zijn kaartje. Op het nippertje. “Mag ik dan 16,40 euro van u?” vraagt hij hautain. De controleur knipt het kaartje en maakt aanstalten om verder te gaan. Dat is buiten de man gerekend. Hij verspert doelbewust de doorgang naar de volgende wagon en lacht zijn arrogant lachje. De controleur maakt rechtsomkeer, onverstoorbaar. Ook mijn buurvrouw en ik stappen op, we zijn immers waar we moeten zijn. “Kalm blijven, dat is de kunst”, laat de controleur ons weten. Hij heeft gelijk.