TwweeT en de kleine dingen

vrijdag, december 23, 2005

Weg
Geen kerstboom dit jaar.
Geen kerstverlichting, geen kerstversiering.
Drie kerststerren, kleintjes.
Verder niets.
In mijn hoofd ben ik al verhuisd.

maandag, december 19, 2005

Een weekendje openbaar vervoer
Vrijdag
- De trein. We staan in Brussel-Centraal, bovenaan de trappen, bij de loketten. Twee Japanse meisjes stappen op ons af. "Where is the trainstation?" vragen ze. De weg uitleggen was nog nooit zo makkelijk. "This is the trainstation. The trains are overthere." We wijzen naar beneden, het zwarte gat in.
- De bus. Een meisje spreekt me aan en zegt dat zij wel zal kijken of de bus al in aantocht is zodat ik in het bushokje, uit de regen, rustig mijn broodje kan opeten.
- Op diezelfde bus lag er een eenzaam kinderschoentje. Maat 26. Verweesd.

Zaterdag, de internationale trein.
Ik ga naast een jongen zitten die ingespannen naar een laptop tuurt. Hij kijkt een film, ik lees een boek. Daarna gaat hij bellen. Het ene gesprek na het andere. ‘Het was een vet cool feest.’ ‘Ik heerste.’ ‘Wel 800 mensen en die dansten allemaal op mijn muziek.’ ‘’t Was een lekker wijf ja. Bruin, lang en mager. Maar absoluut mijn type niet.’ ‘Eerst het werk, dan het meisje hé. Dat vind ik niet erg, ik vind er toch niet veel meer aan.’

Zondag, opnieuw de internationale trein.
Naast me zit een klein, zwart meisje. Haar zusje zit achter haar, hun moeder achter mij. Ze zingen, lopen door het ganse treinstel en vertellen honderduit. Hun vlechtjes wiebelen heen en weer. Af en toe schenken ze mij een warme lach. Mijn boek vordert erg traag. Maar dat is niet erg.

donderdag, december 15, 2005

Het wonder van mijn orchidee (2)
Vandaag tel ik vier stengels. Twee oude en twee nieuwe. De oude dragen drie knoppen. De nieuwe oneindig veel, maar ze zijn nog erg klein. Een jaar ononderbroken bloemen, ze heeft het gedaan, mijn orchidee. Een wonder. Vandaag heb ik haar exact één jaar. Een jaar geleden kreeg ik haar van mijn broer en zus. Een verjaardagscadeautje. Vandaag heb ik opnieuw iets te vieren. Weer een verjaardag.

vrijdag, december 09, 2005

Slaap
'Het is te moeilijk', denkt ze. Ze keert zich een kwartslag om. Nu ligt ze op haar rechterzij. 'En het is ook leeg.' 'Het is gewoon te zwaar', vult ze zichzelf aan. Ze zucht eens. 'Soms doet het zelfs pijn, véél pijn.' Nog een kwartslag. Op haar buik nu. 'Maar ik kan het, écht ik kan het.' Ze zoekt haar knuffel, drukt hem dicht tegen zich aan en valt langzaam in slaap. Nog een keer denkt ze: 'Het zal lukken, het moet lukken.'

donderdag, december 08, 2005

Hoofd
Al de hele week zit er een dans in mijn hoofd. Nee, geen muziekje, een hele dans. Compleet met bewegingen én muziek.
Het is zo erg dat ik hem voortdurend ook echt dans. Ik maak de bewegingen in mijn hoofd, maar soms dans ik ook midden op het perron, of in de lange gang op het werk of in mijn slaapkamer. Het is hoog tijd voor een andere dans, of minstens een ander muziekje.

dinsdag, december 06, 2005

Trein
De treinbegeleider floot op zijn fluitje. Mooi op tijd. Een vrouw sprong gehaast in de trein. Ze draaide zich onmiddellijk om en gebaarde naar een groepje dat op het perron stond, vlakbij de trap. Ze riep, hard.
‘Pieieiep’, klonk het. De deuren gingen langzaam dicht. Uit het groepje maakte zich een meisje los. Ze leek zeven en was ontegensprekelijk de dochter van de vrouw op de trein. De vrouw riep nog luider, ze gebaarde druk. Langzaam liep het meisje richting trein, richting moeder. De deuren waren al half gesloten. Iemand op het perron wierp zich tussen de deuren, de moeder trok haar kind aan een arm de trein in. Het meisje zat in de trein, samen met haar moeder. De reiziger maakte zich los, de deuren sloten zich.
Alles bij elkaar duurde het misschien vijf seconden, maar het leek een eeuwigheid. Al die tijd hield ik mijn adem in.
De trein vertrok, op het perron klonk verontwaardigd gemompel.

zondag, december 04, 2005

Bang
- Ik moet je iets bekennen. Iets dat moed vergt.
- Wat dan? Iets in verband met je vriend? Met je huis? Met je familie? Met je werk?
- Neenee, je zoekt in de verkeerde richting.
- Wat dan?
- Er zitten muizen in mijn kast.
- Waar? Welke kast?
- Buiten. Op het terras.
- Ooh, dat valt mee.
- Dat valt mee? Dat vind ik niet hoor. Die moeten verdwijnen, maar ik weet niet hoe.
- Dat is toch niet moeilijk? Je verwijdert hun nest. Of je zet een val.
- Neenee, ik wil geen lijken. Ze moeten verdwijnen, ik wil niet weten hoe. En ik wil ze niet zien, niet dood en niet levend.
- (fronst het voorhoofd) Ben je bang van muizen?
- Nee, niet echt, maar ik hoef ze niet in mijn kast.
- Je klinkt echt alsof je bang bent van muizen. Waar zitten ze precies?
- Ik vermoed in zo'n plastic schildersbak. Daar heb ik eens een plasic zak horen kraken.
- Wel, dan zet je die bak gewoon buiten.
- Maar die muizen, die bewégen. Die gaan daar uitspringen en weglopen. En misschien hebben die kleintjes, wat moet ik daarmee?
- Jij bent écht bang van muizen.
- Euh, ja. Ik geef toe.

Mooi
"In het algemeen denk ik dat er veel meer kleuren en geuren zijn dan woorden."
Amos Oz, Een verhaal van liefde en duisternis.

donderdag, december 01, 2005

Sint
M., een meisje van acht, heeft net ontdekt dat de Sint niet bestaat. Ze deelt haar ontdekking met haar ouders.
"Tijdens de turnles vertelden ze dat Sinterklaas niet bestaat."
"Ooh, en denk jij dat ook?"
"Ja."
"En wie brengt alle cadeautjes en het snoep dan?"
"De broer van Sinterklaas."