TwweeT en de kleine dingen

woensdag, november 30, 2005

Rijk
Ook iemand uit mijn naaste omgeving kocht een huis - een appartement.
B., ironisch: "Weer een eigenaar erbij. En ik, ik heb niets."
N., serieus: "Jij, jij bent welkom in wel vijf of zes huizen."

maandag, november 28, 2005

Makkelijk
Vanmorgen was het stil op de trein. Er werd niet gesproken, hier en daar ritselde een krant. Een jongen besloot de stilte te doorbreken. Hij nam zijn gsm en belde een vriendin. De hele trein luisterde mee.
"Kun jij straks een uurtje brossen?"
"…"
"Dan kun je me een beetje helpen met die managementstechnieken."
"…"
"Ik begreep er echt niets van."
"…"
"Tot straks dan."
Daarna verviel de wagon opnieuw in stilte. Zelfs het krantengeritsel verstomde. De Metro was uitgelezen. Opnieuw nam de jongen zijn gsm.
"Ik kom straks niet naar de les. Kun jij noteren voor mij? En als er iets wordt uitgedeeld, neem je dan een bundeltje voor mij?
"…"
"Ik ga brossen, ik moet managementstechnieken nog eens opnieuw bekijken."
"…"
"Bedankt hé."

woensdag, november 23, 2005

Schatbewaarder
‘Schatbewaarder’, stond er onderaan de mail. En daarboven zijn naam.
De naam van de man die dag in dag uit bovenop een zware, grote, houten kist zit. Met daarin goudstukken, juwelen, parels en zilveren vaatwerk. Hij is de enige die de sleutel van de kist heeft. Hij bewaakt ze dag en nacht. Af en toe komen mensen naar hem en vragen om een beetje goud of om een zilveren ring. Dan houdt hij zijn hoofd even schuin, vraagt: «Waarvoor heb jij die goudstukken nodig?» en als het antwoord hem bevalt haalt hij minzaam zijn sleutel boven. Hij wipt van de kist, maakt ze open en haalt er de nodige goudstukken uit. Niet meer dan gevraagd, maar ook niet minder.
Soms dan schenkt het antwoord op de vraag «Waarvoor heb jij die goudstukken nodig?» hem geen voldoening. Dan zegt hij: «Dat kun je best met wat minder realiseren.» Of: «Nee, ik weiger.» En dan blijft de kist toe.
Maar er zijn ook dagen dat er niemand langskomt om goudstukken te vragen. Soms dan brengt er iemand een vrachtje biljetten of een lading zilverwerk. Dan wrijft hij in zijn handen, dan is zijn dag goed. Tegen hen zegt hij nooit: «Nee, ik weiger.»
Dat in een organisatie anno 2005 iemand nog steeds de titel ‘schatbewaarder’ draagt, doet mijn fantasie elke keer weer op hol slagen.

maandag, november 21, 2005

Mensen van hun tijd
Het was druk in de trein. Spitsuur. Tegenover me zaten twee vrouwen, naast me een man. Allemaal schatte ik ze tussen dertig en veertig. Doorsnee werkmensen. Doorsnee mensen van hun tijd.
En dat bleek ook.
De dame aan het raam vulde geconcentreerd een sudoku in, de andere dame las de nieuwe Harry Potter.
En de man, die had zich verdiept in de sportbladzijden van Het Laatste Nieuws.
Zoals gewoonlijk.

Winter
Verdwenen:
alle muggen

Gezocht:
mijn kersenpitkussen

vrijdag, november 18, 2005

Anoniem
Onverwacht belandde ik in het dorp waar ik meer dan twintig jaar woonde. Op klaarlichte dag, een doordeweekse middag. Dat gebeurt zelden. Ik kom er enkel nog om op bezoek te gaan, maar ben niet langer lid van een vereniging en ook mijn vrienden wonen er niet. Ik heb niets meer met het dorp, maar dat ik er mijn jeugd doorbracht, kan ik niet loochenen.
Snel een anoniem bezoekje aan de bakker, dacht ik. Maar dat bleek zo eenvoudig niet. Nog voor ik goed en wel op weg was, wandelden er twee meisjes – vrouwen ondertussen – van de scouts voorbij. Een knikje, een kort ‘hoe is het met jou?’ en een nog veel korter ‘goedgoed’. Dan de bakker in. Wie staan er achter de toog: nog steeds dezelfde verkoopster als jaren geleden en mijn oude buurmeisje E., tevens ex-liefje van mijn broer. Anonimiteit verzekerd…
De verkoopster: ‘Geef jij les hier op school? Mijn dochter vertelde dat ze les krijgt van iemand die vroeger in de scouts zat.’ ‘Neenee, dat kan ik niet zijn, ik geef hier geen les.’ Geen haar op mijn hoofd dat er aan denkt leerkracht te worden, laat staan in de school van mijn geboortedorp. ‘Oh, ik dacht dat jij het zou zijn.’
Maar met E. was het anders. Ik wilde zelf wel weten hoe het met haar was. Echt. En zij mocht ook wel weten hoe het met mij ging. Ze vertelde dat ze morgen ging verhuizen. Dat ze een huis hadden gekocht. Het klonk goed, ze zag er gelukkig uit. En toen ging mijn telefoon. Weg gesprek met E. En warempel, ik vond het nog spijtig ook.

dinsdag, november 15, 2005

Herfst (2)
Guur was het vanmorgen. Het waaide, het regende en het was koud. Ik had het in ieder geval koud. Dapper duwde ik op mijn trappers, mijn dynamo zoemde. Het was niet meer donker, maar ook nog niet helemaal licht.
Op de trein vond ik een plaatsje aan het raam. Ik deed mijn sjaal uit en ritste mijn jas open. Verstrooid dwaalden mijn ogen over de krantenkoppen. Af en toe keek ik op, of naar buiten.
En plots was daar een regenboog, op de grens tussen licht en donker, tussen dag en nacht. Ik legde mijn krantje op het tafeltje en staarde naar buiten. Een volledige regenboog.

donderdag, november 10, 2005

Klein meisje
Ogen, voorhoofd, een beetje wang en neus. Meer is er niet te zien. De rest is onder water verdwenen. Bijna verticaal hangt ze in het water. Ze kijkt naar het plafond - ze kan niet anders. Ze beweegt haar armen en benen, maar zwemmen kun je het niet noemen. Centimeter voor centimeter vordert ze richting kant. Maar ze geeft niet op. Haar grote blauwe ogen zoeken aanwijzingen op het plafond. Is het nog ver, denkt ze. Ze kan de kant niet zien. Nee, meisje, het is niet ver meer, nog vier meter. Bijna geef ik haar een duwtje, of zeg haar dat ze zich aan mij mag vastklampen. Dan breng ik haar wel naar de kant. Maar ik zeg niets.
Een beetje later krijg ik haar weer in het oog. Ze klampt zich vast aan de rand van het zwembad, klaar om weer te vertrekken. Vijfentwintig meter lang bewegen, kruipen bijna. Maar ze zwemt. Echt.

dinsdag, november 08, 2005

Redelijk
Als je in totaal bijna vijf uur in de trein zit, vier verschillende treinen gebruikt en je kaartje bijna dertig euro kostte, mag je dan verwachten dat datzelfde kaartje tenminste één keer wordt gecontroleerd?
Niet dus.

Traagheid
Langzaam gaan de dagen,
er is tijd.
Vogels hippen op de draad,
de zon speelt verstoppertje achter de wolken.
Er is thee, er is de krant, er zijn boeken en er is een sjaal - bijna.
Verder niets.

maandag, november 07, 2005

Herfst
De herfst zorgt voor leuke geluidjes. Het krakje van net afgevallen bladeren als je er over fietst. Dat doe ik altijd. Ik stuur van blad naar blad, probeer zo veel mogelijk leuke krakjes mee te gritsen onderweg naar huis, of naar het station. En het plopje van de thermoskan, dat vind ik ook leuk. Daar moet je geduld voor hebben. Een keer lukt het, twee keer na elkaar niet. Je moet even wachten, en dan levert de volle thermoskan een tweede plopje af.
Maar mijn buren zorgen voor minder leuke herfstgeluiden. Zij zijn van oordeel dat elk blad op de straat er een te veel is. Niet alleen op hun stoep, nee, in de hele straat. Ze gunnen mij mijn krak-geluidje niet. Elke morgen halen ze hun blader-blazer boven en maken meteen de hele buurt wakker. Want bladeren, dat zijn de vijanden. Ik haat blader-blazers en blader-stofzuigers.

donderdag, november 03, 2005

Een zwemmer is een ruiter

Zwemmen is losbandig slapen in spartelend water,
is liefhebben met elke nog bruikbare porie,
is eindeloos vrij zijn en inwendig zegevieren.

En zwemmen is de eenzaamheid betasten met vingers,
is met armen en benen aloude geheimen vertellen
aan het altijd allesbegrijpende water.

Ik moet bekennen dat ik gek ben van water.
Want in het water adem ik water
word ik een schepper die zijn schepping omhelst,
en in het water kan men nooit geheel alleen zijn
en toch nog eenzaam blijven.

Zwemmen is een beetje bijna heilig zijn.

Paul Snoek

woensdag, november 02, 2005

Verstaan
een blekke bakkes
=
een loden pijp

dinsdag, november 01, 2005

Terug
Ze is terug op het web, mijn kleine zusje. En dat doet ze goed!