TwweeT en de kleine dingen

vrijdag, februari 27, 2004

Verstoppertje
De wereld had zich verstopt vanmorgen. Ik vond hem niet meer terug. Naar buiten, dacht ik. Op zoek. Het park, daar was de wereld meestal op zijn mooist, daar wilde ik hem terugvinden. Ik was niet de enige die dat had gedacht, laat staan de eerste. Ik zocht op plekjes waar nog niemand was geweest. Maar ik vond niets.
Plots stond ik stil.
Ik kon de wereld dan wel niet vinden, maar ze konden mij wel vinden. Ik liet sporen na. Ze konden zien waar ik naar rechts was gegaan, hoe ik tussen de rozenperken had geslalomd, waar ik had geaarzeld. Ze konden het allemaal zien. Snel haastte ik mij naar de gebaande paden, waar mijn sporen samensmolten met die van kinderen, mama's, opa's, papa's en sleeën. Die wereld, die zoek ik morgen wel weer, dacht ik.

woensdag, februari 25, 2004

Luisterpoes
Luna staart naar haar doel: het aanrecht. Ze zit op haar achterpoten, maar is een brok spanning, klaar om te springen. Ze weet dat het niet mag, het aanrecht is verboden terrein. Ze draait haar hoofd naar links, zoekt bevestiging. Mijn moeder schudt haar hoofd. "Nee Luna, niet doen." Ze blijft zitten. Ze heeft nog een beetje hoop. Ze draait haar hoofd in mijn richting. Ze weet dat ze van mij altijd ietsje meer mag. Ook ik schud mijn hoofd van links naar rechts.
Ik hoor haar bijna zuchten. Vertwijfeld kijkt ze naar het aanrecht. Maar ze blijft zitten.
"En als ik nu eens 'ja' zeg, zou ze dan ook luisteren en wel springen?" vraag ik aan mijn moeder.
"Moeten we eens testen he."
Luna kijkt opnieuw mijn richting uit. Nog steeds is het aanrecht haar doel.
Ik knik en zeg heftig ja, en warempel, ze luistert. Met een soepele beweging springt ze op het aanrecht. Maar ze weet dat het gevaarlijk terrein is. Nog voor ik rechtsta springt ze alweer op de grond.

dinsdag, februari 24, 2004

Tik
Angstvallig houdt ze haar gsm in de gaten. Geen moment wijkt het toestel van haar zijde. Het kan nu elk moment het laatste moment zijn. Ze schrikt op bij elke verdachte beweging. Wanneer ze haar vertellen dat haar broer beneden op haar wacht, weet ze dat het voorbij is. Met trillende benen gaat ze de trap af.
Het is haar broer niet, het is een vriend. Ze wordt kwaad. “Jij hebt mij laten schrikken!” roept ze.
Maar ze weet, er is nog leven, nog even.

Dingen van vandaag
- Ik ga nooit nog vragen hoe het is met de mensen, wanneer ze daar toch niet echt kunnen of willen op antwoorden. Ik ga nooit nog antwoorden op dezelfde vraag wanneer mensen geen tijd of geen zin hebben om iets anders dan “goed” te horen.
- Een foto van tientallen koffiekoeken op borden. Ik heb alleen geen idee ter ere waarvan de koeken verorberd werden.
- 2,02 Euro gevonden vandaag, in twee keer.

donderdag, februari 19, 2004

Ja, zei ze.
Maar ze bedoelde nee.
Ze wist dat ik nee wist.
Ik zal proberen, klonk het.
Het was niet genoeg.
Ik wilde JA horen.
JA, ik heb zin in het leven.

Dingen
waar ik vandaag last van heb:
- na twee minuten in de koffiekamer de sigarettenluchtt in mijn trui,
- een koude muishand (rechts),
- na twee maanden op een supersnelle pc, opnieuw mijn oude, trage, knerpende bak

woensdag, februari 18, 2004

Nacht
Het was helemaal donker buiten. Gek, dacht ik. Maar ik wist de weg. Ik stapte flink door, over de binnenplaats, naar de poort die me nog scheidde van de straat. Aan de poort was het ook donker, geen schijntje straatverlichting vond zijn weg naar de binnenplaats. De poort zat dicht.
Ik tastte naar het slot, trachtte hengsels open te maken, maar het was vergeefse moeite. Zien wat ik deed, kon ik niet, af en toe stootten mijn vingers op puntige uitsteeksels. Steeds sneller zochten mijn handen een uitweg, ik raakte stilaan in paniek. Tientallen gedachten schoten door mijn hoofd, maar kwamen telkens uit bij die ene: ik ga mijn trein missen, ik raak niet thuis vanavond. Mijn ademhaling versnelde, ik hoorde mijn hart tekeer gaan in mijn keel.
Ik gaf het op en maakte me los van de poort. Snel holde ik over de binnenplaats, op zoek naar een andere uitgang. Opnieuw ging ik het gebouw in, probeerde talloze deuren en sloten, maar geen enkele gaf mee.
Ik wist dat ik het beter opgaf: die laatste trein was vertrokken. Mijn bed zou ik niet zien die nacht. Het was maar de vraag of ik een bed zou zien. Ik ging opnieuw het gebouw in en wachtte op de anderen.

Dringend
Iemand een goed synoniem voor "zorg" of "sociale verbondenheid"?
Moeilijkheid: solidariteit of solidair zijn géén optie.

maandag, februari 16, 2004

Lingerie
"Ook verkrijgbaar in vleeskleur!" las ik.
Geen haar op mijn hoofd dat er aan denkt een vleeskleurige bh te kopen, laat staan te dragen.
Bah.

Treinconversatie
Naast me zat een jonge vrouw, duidelijk van Antilliaanse origine. Ik noemde haar Angela. Tot in Roosendaal wisselden we geen woord, daarna maakten we dat in hoog tempo goed, zij vooral.
Ze vroeg een biertje aan de man van de minibar.
"Ik heb dat bier nodig om wakker te blijven," zei Angela tegen mij. Ze vroeg me of ik ook een slokje wilde. Dat sloeg ik af, ik was wakker. Op één dag heen en terug van Rotterdam naar Brussel was haar niet zo goed bekomen. "Maar straks, wanneer ik thuis kom, dan ben ik weer helemaal wakker, dan begint mijn weekend." Ik zag een flikkerlichtje in haar ogen.
"Heb je speciale plannen vanavond?" vroeg ik.
Dat had ze niet. "Vanavond blijf ik lekker thuis, ik vier een feestje op m'n eentje, kijk maar." Ze opende de plastic tas die tussen haar voeten stond. Ik zag liters drank.
"Maar morgen dan gaan we met de meiden op stap: mijn drie zussen en een paar vriendinnen."
"Ha, de mannen moeten thuisblijven op Valentijn." Ik wist helemaal niet of er wel mannen in haar leven waren. Maar ik had goed gegokt. "Weet je, ik heb al negentien jaar een relatie. Dus een avondje alleen op stap, moet wel kunnen."
Ik schrok een beetje. Ze leek nog erg jong. Net dertig, schatte ik haar.
Het gesprek kabbelde verder. Ik vertelde niet veel, zij legde zowat haar halve ziel bloot. Hoe het gesprek die richting uitging, dat kan ik me niet meer herinnere. Ze vertelde me dat ze ooit een vriendje had dat heel ver bij haar vandaan woonde. "Twee uur in de trein, echt niet te doen." Onwillekeurig verscheen er een glimlach op mijn lippen. "Ik heb er gauw een eind aan gemaakt. Wel netjes hoor."
"Ooh ja, ik ging vreemd met hem hé," voegde ze er nog aan toe.
Ik grinnikte.

vrijdag, februari 13, 2004

Hersenconversatie
De man buigt zich over me heen. "Wat is dat met jou?" vraagt hij.
Er is niets bijzonders met mij. Ik zit waar ik altijd al zit, aan de zijkant, dicht bij de deur. Ik ga doen wat ik altijd al deed.
"Moet je vandaag weer vroeger naar huis?" vraagt hij.
"Ja," antwoord ik. "Ik moet mijn laatste trein halen, en die mis ik als ik tot het einde blijf. Ik heb geen auto, dus ik heb geen keuze."
Hij zucht, haalt zijn schouders op en loopt verder.
In mijn hoofd is ons gesprek nog niet afgelopen. "Je weet ondertussen toch al dat ik vroeger wegga, dat doe ik al sinds oktober. Het zijn maar tien minuutjes die ik mis. Misschien zou je me liever niet in je les willen, zeker vandaag niet, nu er een hoofdredacteur op bezoek komt. Maar ik ga mijn laatste trein niet missen voor de hoofdredacteur en voor jou ook niet. Ik doe dit voor mijn plezier, ik heb hiervoor gekozen en betaald. Niet weinig ook, trouwens!" bijt ik hem toe. In mijn hoofd.

woensdag, februari 11, 2004

Bouwwerken
Er stond een potje zure room op tafel. Op ons bord lagen sneetjes tomaat. De sla zat nog in de zak. Ergens waren er ook nog een potje salsa-saus en eentje met geraspte kaas. Maar de grote pan gehakt nam de meeste plaats in, natuurlijk, we aten immers taco's.
Eerst een laagje sla en een sneetje tomaat, dan een lepel gehakt met een beetje salsa-saus. Opnieuw een beetje sla en opnieuw gehakt. Salsa-aus, zure room en tot slot een beetje kaas. Geconcentreerd construeerden we onze taco.
"Het is net Bob de Bouwer, maar dan met eten," zei M.
Daarna aten we onze taco's. De helft van het gehakt belandde opnieuw op ons bord, de saus droop langs onze vingers.
"Zo wordt 'om duimen en vingers af te likken,' wel heel erg letterlijk," zei M.
"En lekker," voegde ik er aan toe.

Foert
De dag kleurde grijs. Een oranje zweem aan de horizon beloofde beterschap. Maar dat zagen de dames aan de overkant niet.
Ze waren de vijftig al een tijdje gepasseerd, of dachten dat de jaren negentig nooit begonnen waren. Jaren tachtig-kapsel, rok tot onder de knie, kleurloos jasje en helblauwe oogschaduw.
"Waarom ze die printer niet gaan verhuizen, dat snap ik niet."
"Nee, want dat kopieertoestel, dat verhuizen ze wel."
"Ik weet niet hoe ze dat nu gaan doen hoor. Dat zal toch niet gaan."
Het werd een kankerkwartiertje, het kwartiertje tussen Mechelen en Leuven.
"Maar hoe moeten wij nu werken? Hebben ze daar al eens aan gedacht?"
"Waarom ze die printer niet verhuizen, ik kan er nog steeds niet bij."
"Die lopen gewoon over ons heen, het maakt allemaal niet uit."
"Ik zou het me niet meer mogen aantrekken en 'foert' moeten zeggen. Maarja."
Ze zuchtte.
De trein hield halt in Leuven. De zon kleurde de nieuwe overkappingen oranje.

dinsdag, februari 10, 2004

Zomer
Ik verlangde ernaar in de boomgaard te spelen, in de moestuin, achter de beschutting van de hagen, waar rond deze tijd van het jaar de roerloze middag even trilde wanneer een perzik uit de boom viel en twee, drie keer door de graspollen stuiterde. Ik wilde zien hoe de hemelsleutel in de barsten tussen de stenen zijn kroon van vette bladeren dichtvouwde tegen de zon, en het lijzige gedruis aanhoren wanneer de kippen hun vleugels als waaiers openklapten.
Ik wilde naar de rand van de boomgaard lopen, over het zandpad, mijn arm voorzichtig door de doornheg murwen en de eerste bramen plukken, daarachter, in de onbekende weidsheid buiten mijn ziel.
Erwin Mortier, Mijn tweede huid, p. 46-47.

maandag, februari 09, 2004

Oefening
Twintig tulpen - wit, woekerend op de kast.

donderdag, februari 05, 2004

Instructies
Ik heb instructies gekregen.
Zeer strikte.
Ik mag geen enge stukjes meer schrijven.
Mensen worden ongerust dan.
Die instructies hebben zo hun effecten op mij.
Ik heb al de hele week weinig inspiratie.
Waar worden mensen niet ongerust van?
Wat zal ik nog schrijven?
Zucht.
Werkt dat bij u ook zo, als ik u instructies zou geven?
Wat als ik u opdraag meer te reageren?
Doet u dat dan?
Of juist niet?
En als jullie die instructies volgen, moet ik de mijne dan ook ter harte nemen?

woensdag, februari 04, 2004

Verboden vrucht
“Zorg dat ze je niet overvallen onderweg hé!” riep hij me nog na.
Heel de wereld moest me negeren op mijn weg, geen vinger mochten ze naar me uitsteken, geen blik mochten ze me toewerpen.
Ik voelde me schuldig, blij en ook een beetje ondeugend. Ik deed iets wat niet mocht, en toch mocht het wel, voor deze ene keer. Ik keek om me heen, maar lette vooral goed op wat ik deed. Mensen zaten op bankjes en luisterden naar muziek, mensen haastten zich verder naar hun volgende afspraak. En mensen keken wel naar me. Niet boos, niet ongerust, hoogstens een tikkeltje verwonderd.
Wanneer mensen hun blik lieten rusten op het object in mijn armen, zag ik licht gefronste wenkbrauwen.
Het is een boek, een doodgewoon boek, vertelde ik hen in gedachten.
Een dik boek, wel duizend bladzijden.
Een oud boek, wel honderdvijftig jaar oud.
Gewoon, het Staatsblad uit 1851.

dinsdag, februari 03, 2004

Wacht
Alsof ik in een verloederd wachthokje naast een drukke weg zit, zo voelt het. Wachten op telefoontjes, wachten op mensen, wachten op beslisingen, wachten op nieuwe zetels, wachten op brieven, wachten op gesprekken.
En ondertussen beweeg ik mijn hoofd van links naar rechts, kijk ik de auto's na die me voorbij zoeven. Mijn handen werkloos in mijn schoot, mijn bagage naast me.
Maar vanmiddag werd mijn wachten toch een beetje beloond: een brief bracht me al één halte verder.

Druppel
Ze zwom oude-vrouwen-schoolslag. Traag schreed ze door het water, hoofd omhoog, kin vooruit. Handen voor zich uit, benen diep in het water. Na twee lengtes pufte ze uit aan de kant. Een half uur later stapte ze uit het water. Haar haren waren krukdroog. Geen spatje water had haar kapsel bereikt. En toch had ze een half uur lang haar zwembril – met donkere glazen – op gehad. Ik betwijfel of er ook maar één druppel water de kans had zich op de bril te nestelen.

maandag, februari 02, 2004

Tanden op elkaar,
vuist tegen de muur.
Hard.
En opnieuw.
Knokkels met volle kracht vooruit.
Tot er bloed verschijnt, rood
en binnenkort ook blauw.
De muur is hard,
gevoelloos.