TwweeT en de kleine dingen

vrijdag, april 30, 2004

Golven
Het woelt in mij. Golven rollen tegen mijn middenrif. Het borrelt in mijn hoofd. Mijn hart schakelde over naar een hogere versnelling. Het voelt licht in mijn benen.
Zenuwen.
Nog een week. Nee, nog een dag en een week. Nog een week en een dag.
“Gewoon springen, gewoon doen,” sus ik mezelf. “Het gaat voorbij.” Het helpt niet.
Niets helpt.
Golven slaan te pletter tegen mijn buikwand.

donderdag, april 29, 2004

Speelfilm
Meestal maakte hij speelfilms, geen documentaires, vertelde hij.
Ik knikte.
"En ik was daar goed in hoor, ik heb daar veel prijzen mee gewonnen."
Ik knikte goedkeurend.
Hij troonde me mee naar zijn trofeeënkast.
"Wauw," zei ik.
Verder niets.
Ik was onder de indruk, maar sprakeloos.
De speciale ingemaakte kast puilde uit.
Ik zag tientallen medailles en bekers, en twee levensgrote dildo's, een kleine en een grote.
Ik vroeg hem niet met welke films hij die trofeeën had gewonnen.

Dingen die je als burgemeester moet kunnen:
- knippen,
- lachen,
- kriebelen,
- praten,
- handjes schudden,
- drinken,
- metselen
(naast tal van andere zaken natuurlijk)

dinsdag, april 27, 2004

Papier
Ik hoop maar dat hij wakker is, en dat hij opnieuw in zijn hok zit. Ik hoop maar dat de mensen hem niet vergeten zijn. Ik hoop maar dat hij niet bedolven zit onder een dikke laag oude kranten. Ik hoop maar dat de winter écht voorbij is.
"Winterslaap schildpad," las ik op de doos die buiten bij het oud papier stond.

maandag, april 26, 2004

Weekend
Er gebeurden mooie dingen, dit weekend. Twee meisjes omhelsden elkaar stevig, armen overbrugden vele maanden en vele kilometers. De stad baadde in de rozen. Een jongen kuste schuchter de twee kuiltjes in de wangen van een meisje. Wijnglazen tikten tegen elkaar. Vreugdetranen verscholen zich in ooghoeken. De Catalaanse ochtendzon streelde bleke velletjes. Kinderen werden geboren, een meisje werd tante. Het was goed, dit weekendje Barcelona.

donderdag, april 22, 2004

Wulps
Aan de muur hing een mooie foto. Een naakte vrouw lag wulps half in de golven, op een verlaten, exotisch strand. Haar linkerbeen, het dichtst bij de fotograaf, had ze nonchalant opgetrokken, twee tepels priemden in het ijle. Het moest al een oude foto zijn, de kleuren waren een beetje vergeeld. Ik grinnikte in mezelf. Een oude man en zijn pleziertjes. Ik kende de man niet, ik was voor het eerst in zijn huis. De man zag me naar de foto kijken.
“Ik ben ook een amateurfotograaf, en die foto, die heb ik genomen in Griekenland. Dat meisje lag daar op dat strand, en verder was er niemand. Ik heb die dan rap getrokken en ben voort gegaan. Die heeft daar zelfs niks van gemerkt, zelfs van de klik werd die niet wakker. En ’t strafste is: ik heb met die foto nog ne schone prijs gewonnen. Straf hé."
Ik grinnikte. En wist niet hoeveel van zijn verhaal ik mocht geloven.

woensdag, april 21, 2004

Winkelen
Een vrouw stapt samen met haar vierjarig zoontje de winkel uit.
"Bij mij blijven hé, want op straat, daar zijn auto's. En wat doen auto's?"
Ze geeft haar kind geen tijd om te antwoorden.
"Die rijden je doooood."

maandag, april 19, 2004

Bezoek
" Kom alvast binnen, hij is er nog niet, maar zal zo wel komen. Hij is nog even naar de dokter."
(...)
"Het spijt me dat ik een beetje te laat ben, maar mijn vrouw is ziek."
(...)
"Nu moet ik echt weg, naar de apotheker, medicijnen gaan halen voor mijn vrouw."
(...)
"Heel erg bedankt voor alle moeite en veel beterschap voor je vrouw."
Hij schudt zijn hoofd.
"Dat gaat niet meer. Het is bijna gedaan."
Hij fluistert.
"Kanker."

zondag, april 18, 2004

Zin
"Hij concludeert dat zijn patiënte die film eveneens heeft gezien en de opeenvolgende implosies wellicht als tekenen van een ophanden zijnd vreselijk lot heeft opgevat."
Uit: Kathrin Schmidt, De Gunnar Lennefsen-expeditie
p. 25, derde zin.
via Neneh en Sanzine

vrijdag, april 16, 2004

Cijfers en letters
“Het is niet moeilijk, we nemen eerst de A2, dan de A3, de A40, de A67 en daarna de E34.”
Het duizelt me. Ik heb geen idee waar die letters en cijfers ons zullen brengen. Maar ik weet wel waar we naartoe gaan: naar huis, via Frankfurt aan de Oder, Berlijn, Magdenburg, Hannover en Duisburg. Ik denk dat er twee soorten mensen zijn, mensen die denken in wegnummers en mensen die denken in richtingen. Ik denk in richtingen, de nummers kunnen me gestolen worden.

vrijdag, april 09, 2004

Feest
Als er getrouwd wordt in deze contreien, dan wordt er flink feest gevierd. Mensen komen samen, eten, babbelen en dansen. Ze doen dit dagen na elkaar, blijven slapen in het huis van het bruidspaar en beginnen ’s morgens van voren af aan. Eten, babbelen, lezen, misschien een beetje wandelen, dansen, drinken, slapen. Bijna een week lang. Dat gaat zo hier. En zo gaan wij dat doen ook. Vanaf morgen. Dus als u mij mist, ik heb een trouwfeest.
Ja, het is een internationaal huwelijk, maar het is niet wat u denkt. Een Vlaamse en een Nederlander vieren een feestje in Polen. Logisch toch?

woensdag, april 07, 2004

Probleem
Ik heb een probleem. Een probleem dat ik zo lang mogelijk probeer te negeren, maar uiteindelijk toch onder ogen moet zien. Ik heb wel meer problemen die in die categorie vallen. Het probleem nadert zijn kan-er-niet-meer-om-heen-fase. Ik krijg bezoek vanavond. Mijn huis is een puinhoop. En dat is het probleem. Even snel stofzuigen zal niet gaan, mijn stofzuiger is stuk. Of liever, ik vermoed dat de stofzuigerslang verstopt zit.
Nu heb ik al wel een aantal oplossingen voor dit probleem uitgedokterd. Zo dacht ik eraan om een nieuwe stofzuiger te kopen. Maar dat vind ik een beetje zonde, mijn stofzuiger zelf doet het nog.
De tweede oplossing die ik bedacht was de stofzuiger van mijn buurvrouw. Ik kon vragen of ik haar exemplaar niet even kon lenen. Dat mocht. Vorige week. Deze week niet, ze is op reis.
De derde oplossing: doe iets aan die slang. Ja, dat leek me wel wat, ik had alleen geen idee hoe of wat.
Ik vrees dat het mijn huisje er vanavond nog erg stoffig bij zal liggen.

Regen
En dan kom ik buiten, en zie dat het geregend heeft. Dat mijn fiets helemaal nat is. Maar op het moment dat ik op mijn fiets zat, regende het niet.
En wanneer ik vanmorgen opstond, zag ik dat het asfalt helemaal nat was. Maar ik merkte niets van de regen in mijn slaap.
Of gisteren, nadat ik een eindje gereden had zag ik toen ik mijn thuisbasis naderde, dat het had geregend, en niet zo’n beetje ook. Maar ik had geen spat regen gezien onderweg.
Het lijkt alsof ik er elke keer in slaag tussen de regendruppels door te laveren. Alsof de regen mij wil sparen deze week.

dinsdag, april 06, 2004

Zwaai
Elke ochtend kijk ik even omhoog als ik haar huis voorbij fiets. Ze is al wakker, dat weet ik, maar ze hoeft nog lang niet te gaan werken. Ik weet dat ze er is, soms brandt er zelfs een lichtje, of staat het raam op een kier. Maar nooit vang ik een glimp op van haar. En toch voelt het goed, het weten dat zij er ook is.
Vanmorgen stak ze net haar hoofd uit het raam, toen ik eronder fietste. Ze zwaaide, ik zwaaide. We lachten. Het beloofde een mooie dag te worden.

Boek
Twee jaar geleden stelde vrienden en familie me regelmatig de vraag: “Hoe is het met je boek?” of “Wanneer kan ik je boek kopen?” of “Ik krijg toch een gesigneerd exemplaar.” Gek werd ik ervan. Er was helemaal geen boek, en of dat er ooit zou komen, daar twijfelde ik heel erg aan. Ja, ik had wel een toenemend aantal word-bestanden, maar dat voelde niet als een boek.
Nu stelt niemand me nog de vraag hoe het met mijn boek is. Mensen hadden begrepen dat ik daar niet vrolijker van werd. Maar stel me nu die vraag, en ik antwoord nonchalant: “Oh, dat is bij de drukker, bijna klaar.”
Eindelijk wordt het een boek.

maandag, april 05, 2004

Crisis
We liepen langs poppen en beren. Porseleinen en wassen poppen, oude en Droomfabriek-beren. Die waren voor meisjes, niet voor vrouwen, constateerde ze.
Ik wilde het wel weten, nu. De oplossing voor mijn persoonlijke mini-identiteitscrisis leek nabij. Want mezelf benoemen, dat kan ik niet. Ik weet niet wat ik ben: meisje, vrouw, meisje, vrouw. Als ik al wist hoe zij me ziet, misschien ben ik dan al iets dichter bij de ontknoping, dacht ik zo.
Zij is een meisje, dat staat vast. Maar dat zei ik niet. Ze zit in de fase dat meisjes vrouwen willen zijn. En dan benoem je best niet al te veel.
“Jij bent toch een vrouw!” zei ze resoluut.
Ik zei niets. Anders zou ze de teleurstelling hebben gehoord.
Misschien situeert mijn mini-identiteitscrisis zich toch op een ander vlak.

Je zag dingen die je wist,
diep vanbinnen
je dromen toonden ze al
maar
rood op wit
is de leugen ver weg

vrijdag, april 02, 2004

Vandaag
"Het komt allemaal in orde, er zijn geen problemen."
"Maar als?"
"Nee, geen als!"
"En stel nu?"
"Nee, dat weet je nog niet. Maak je niet zo druk!"
Ondertussen ter hoogte van lichaam: rood hoofd - ogen die snel alle hoeken van de kamer in zich opnemen - hartslag drie keer zo snel als op een doorsnee vrijdagochtend - zwaar gevoel in borst - licht gevoel in darmen
"Doe het nu, dan ben je er vanaf, weet je waar je staat."
"En wanneer doe ik dan dat andere?"
"Dat zie je dan wel."
Het gebeurde. Het was niet goed.
"Nu sta je nog nergens, ben je zelfs nog veel verder van huis."
"Dat kan toch niet."
"Er valt weinig aan te doen."
"Er moet een oplossing zijn."
Ondertussen ter hoogte van lichaam: zware ledematen - rood hoofd - hart dat nog een versnelling hoger is geschakeld
"Zou dat geen oplossing zijn?"
"Je kan het er op wagen."
"Maar eigenlijk maak je niet veel kans."
Het hoofd waagde het er op.
De oplossing sprak:
"Het komt allemaal in orde."
In het hoofd klonk het:
"Het komt allemaal in orde, het komt allemaal in orde, het komt allemaal in orde, het komt allemaal in orde..."

donderdag, april 01, 2004

De plaaggeest in mij
“Ooh, ik kijk er zo naar uit! Maar alles hangt er natuurlijk vanaf.”
“Waarvan hangt alles af? Of hij wel ‘ja’ zal zeggen?”
“Nee joh, natúúrlijk zegt hij ‘ja’!”

Mededeling
Mijn bovenbuurvrouw is op vakantie. Er zijn logés. Een koppel. Een ander koppel. Ik ben niet wakker geworden vannacht.